Ruim een maand voor de
terroristische aanslagen van 11 september, tijdens een vakantie op zijn ranch
in Texas, kreeg president Bush een topgeheim document onder ogen. ÔBin Laden
determinded to strike inside the United States,Õ luidde de
onheilspellende kop. Het anderhalve A4-tje was onderdeel van de PresidentÕs
Daily Brief (PDB); een dagelijks tien tot twaalf paginaÕs tellend
rapport dat elke nacht voor de president wordt samengesteld door de Central
Intelligence Agency (CIA). De New York Times
omschreef de PDB als ÔÕs werelds meest exclusieve krant. Een supergeheim
CIA-produkt dat mensen kan doden.Õ Vice-president Dick Cheney noemde de PDBÕs
ooit de ÔkroonjuwelenÕ van het Witte Huis.
Nu is duidelijk dat de openbaar
gemaakte PDB van 6 augustus 2001 de laatste waarschuwing gaf voor een mogelijke
terroristische aanslag op Amerikaanse bodem. Volgens nationale
veiligheidsadviseur Condaleeza Rice behelsden deze anderhalve paginaÕs niet
veel meer dan Ôhistorische informatieÕ over al-Qaeda. Zij had dit al onder ede
verklaard voor de onafhankelijke commissie die in opdracht van de president de
aanslagen onderzoekt. De bewuste zeventien regels gaven inderdaad een
historisch overzicht. Het herinnerde de president aan eerdere televisie-interviews
waarin Bin Laden opriep om Ôhet gevecht naar Amerikaanse bodem te verplaatsenÕ.
Het herhaalde het vermoeden dat al-Qaeda achter het ÔmilleniumcomplotÕ zat, de
verholpen bomaanslag op het vliegveld van Los Angeles. De ÔhistorischeÕ interpretatie
van Rice roept echter vraagtekens op. De vergaarde informatie in de PDB die
waarschuwt voor Ôal-Qaeda aanhangers die met explosieven Amerika proberen
binnen te komenÕ bleek drie maanden oud te zijn. Zorgvuldig gewiste bronnen
suggereerden tevens dat er een Ôondersteunend systeem op Amerikaanse bodemÕ
aanwezig was. Al tijdens haar getuigenis moest Rice toegegeven dat volgens deze
PDB de FBI Ôverdachte activiteiten in de Verenigde Staten had geconstateerd die
duidden op voorbereidingen voor het kapen van vliegtuigenÕ. Het refereerde aan
een eerder rapport in 1998 waarin gewaarschuwd werd voor een vliegtuigkaping
door al-Qaeda om zo de vrijlating van de blinde Egyptische sjeik Omar Abdul
Rahman te eisen. Rahman was in 1993 veroordeeld voor zijn rol in de eerste
bomaanslag op het World Trade Center. Opvallend was
ook de vermelding van een telefoontje op 15 mei naar de Amerikaanse ambassade
in de Verenigde Arabische Emiraten. De beller waarschuwde voor een komende
aanslag in Amerika.
Rice hield vol dat de vage bewoordingen niet specifiek
genoeg waren om directe actie te ondernemen. Daar kwam bij dat volgens de PDB
Ôde FBI zoÕn zeventig onderzoeken had lopen die met Bin Laden in verband werden
gebracht.Õ Geen reden voor Bush om daar extra druk achter te zetten, aldus
Rice. Haar baas viel haar bij tijdens zijn paasbezoek aan Fort Hood in Texas:
ÔDe PDB zei niets over een aanval op Amerika. Het informeerde over intenties,
over iemand die Amerika haatte. Dat wist ik al,Õ hamerde de president. Critici
zijn van mening dat Bush de sluimerende dreiging in het rapport verkeerd
inschatte. ÔShake the treesÕ en er vallen meer aanwijzingen uit de
boom, bekritiseerden zij de passieve houding van Bush na het leven van het
rapport.
De onderzoekscommissie heeft er
altijd op gestaan dat het moest weten hoe expliciet de bewuste PDB was, wie het
onder ogen had gekregen en wat de president wist en wanneer. Daar gingen langslepende onderhandelingen en
dreigingen met dagvaardingen aan vooraf. PDBÕs gaan schuil achter een ijzeren gordijn
van geheimzinnigheid. Nooit eerder had het Witte Huis tijdens een zittende
ambtsperiode inzage verschaft in WashingtonÕs meest begeerde paginaÕs.
De blauwe ringmap bevat de belangrijkste informatie over
de voorgaande 24 uur in de ogen van de CIA. Het kaart potenti‘le terroristische
aanslagen gericht tegen Amerika aan en bevat informatie over de gezondheid van
buitenlandse staatslieden. Een PDB onderscheidt zich van andere geheime
rapporten door nauwkeurig te omschrijven hoe bepaalde informatie verkregen is.
President Bush krijgt het elke ochtend rond acht uur in de Oval Office
overhandigd door een CIA agent in aanwezigheid van zijn baas, George Tenet.
Veelal zijn Dick Cheney, Condoleeza Rice en Andrew Card, de man die het Witte
Huis runt, aanwezig. Net als
minister van buitenlandse zaken Colin Powell en minister van defensie Donald
Rumsfeld krijgen zij hun eigen kopie. Volgens ingewijden lezen de betrokkenen
het verslag in bijzijn van de CIA afvaardiging waarna de kopie‘n terug gaan
naar het CIA hoofdkwartier. Wat de president met zijn kopie doet is niet
bekend.
Er bestaan strikte regels voor
het vrijgeven van dergelijke geheime documenten. De president staat bovenaan de
lijst van personen die daartoe opdracht kan geven. Ook George Tenet heeft de
benodigde bevoegdheid. Tenet heeft er altijd op gestaan dat PDBÕs achter
gesloten deuren thuis horen. Het topgeheim document is voor de ogen van de
president bedoeld. De samenstellers moeten er ongeremd aan kunnen werken. Ook
Bush verschuilde aanvankelijk achter dit zogenaamde Ôexecutive priviledgeÕ. Als
presidentiele adviseurs er niet op aan kunnen dat hun adviezen binnenskamers
blijven dan zullen zij zich terughoudend opstellen, luidt het argument. Dat
komt de presidentiele besluitvorming niet ten goede. De huidige regering heeft
echter een twijfelachtige reputatie waar het dit privilege betreft. Het Witte
Huis is bij de hoge raad aanbeland om de notulen van een bijeenkomst van
vice-president Cheney met vertegenwoordigers uit de energiesector uit de
openbaarheid te houden. Tegelijkertijd aarzelde het niet om zeer geheime CIA
documenten vrij te geven die wezen op vermoedelijke Irakese
massavernietigingswapens. Het leidde tot de verdenking dat het Witte Huis de
kaart van het Ôexecutive priviledgeÕ voor politieke
redenen speelt. In eerste instantie wenste Bush de PDB van 6 augustus 2001 ook
uit handen van de onderzoekscommissie te houden. Na lang aandringen kwam het
voorstel om drie commissieleden van een kopie te voorzien. Dagen later mocht de
gehele commissie op een kopie rekenen. Toen peilingen uitwezen dat de kiezers
ook een blik op het document wensten werden alle principes aan de kant
geschoven. Wat de kiezer het meest van de PDB zal bijblijven? Het topgeheim
verslag over de vijand die Amerika ruim een maand later wereldwijd zou
bestrijden bleek onthullend dun en allerminst indrukwekkend. Daar konden zelfs
de onheilspellende titel en het dreigende taalgebruik niets aan veranderen.